“Zingend, neuriënd of gewoonweg stilletjes tevreden ga ik verder op onbekende dreven”(Jozien Wijnakker, pelgrim 1700)
In augustus las ik in de Gelderlander over de Walk of Wisdom. Meteen wist ik; die ga ik ooit lopen.
Op mijn 16de liep ik voor het eerst mee met de Pax Christi Voettocht rond Den Bosch. Toen zingend:
‘Ga maar, ga maar… in oktober.
Als de korte dagen komen.
Hoop en zeg het niet te vlug.
Het leven vindt zichzelf weer terug.
In het onbedreigde dromen van je eigen hart.
Refrein:
Al wie gaan op verre reizen, worden armer worden rijker, ……
Worden wijzer.
Waarom ooit en waarom ga je niet meteen? In oktober. Zogezegd, zo gedaan. Via de Stevenskerk, als nieuwerwetse pelgrim nummer 1700, over nieuwe bruggen de paden op en de lanen in.
Om te beginnen de Ooijpolder in. Gewoon naar buiten aan de wandel en tegelijkertijd voelt deze tocht buitengewoon. Zeker ook door het besef van iedereen die voor en na mij ditzelfde pad lopen.
Winnen zonder wedstrijd
Dat ik onderweg voorkomende obstakels weet te trotseren geeft me een overwinnaarsgevoel. Bijvoorbeeld lees in het boekje: ‘Rechtdoor, met veerpontje het water over (handbediening)’. Dit blijkt een loeizwaar exemplaar dat ik in mijn eentje met forse spierkracht eindelijk mijn kant op krijg. Hé, hé, daar is ie. Nu met mij als enige passagier weer naar de overkant. En maar draaien aan dat grote wiel.
Ook gooi ik bij weilanden of oevers mijn rugzak alvast over het hek of het prikkeldraad en dan maar hopen dat ik zelf ook aan de andere kant kom. Vrouwmoedig neem ik de hindernissen. Yes!
Rond de geplande tijd arriveer ik op mijn gastadres. Letterlijk en figuurlijk een warm bad. Ik voel me moe en voldaan door de fysieke inspanning en de geestelijke ontspanning. Niets moet. Ik mag lopen in mijn tempo en de afstand die past bij mijn conditie.
Ik mag elk moment bus en trein naar huis nemen. Ik mag pauzeren zoveel als ik wil. Het is geen wedstrijd, geen competitie en er zijn geen medailles. Wel voel ik zin van binnenuit die me energie geeft om dit pad te gaan.
Verlichting
Nog thuis ben ik alsmaar kilometers aan het tellen, adressen zoeken, kleding klaarleggen, tips van internet verzamelen, … ik heb het er maar druk mee.
Kennelijk heb ik de illusie dat ik deze wandeling alleen kan volbrengen met een uitgekiende planning, passende (reserve-)kleding, etc.… Mijn volgepakte koffertje stond zelfs al ’n week eerder te wachten bij mijn eerste gastadres.
Eenmaal aan het lopen met rugzak en wandelschoenen ben ik in mijn element. Blijkt de meeste krampachtige voorzorg overbodig. ‘Shame’….De opsmuk krimpt met de dag. Ik raak een oorbel kwijt, lippenstift blijft in de tas. Die ene broek die onder de modder zit, zit toch het best, die houd ik lekker aan. Dankzij het fantastische weer laat ik poncho, reservekleding en koffertje achter en loop ‘verlicht’ verder. Het klopt; alles wat je thuislaat, is meegenomen!
Gedragen
De bomen laten hun blad los en de bladeren zijn weer voeding in de levenscyclus. Er komt een ritme in mijn dag. In de ochtend na de eerste meters begint het loslaten wat niet meer nodig is. Mijn lijf sorteert, verteert en integreert moeiteloos. Dit vergelijk ik weleens met volle dozen die je vlug op de zolder schuift om later eens rustig uit te zoeken.
Moeder natuur verwelkomt ruimhartig mijn zuchten, weeklagen en tranen. Ze luistert, heeft alle tijd en laat adviezen achterwege. Ze vertrouwt erop dat ik er zelf wel uitkom. Bomen blijven stevig staan, beekjes vrijuit stromen, de wolken drijven rustig voort en de aarde draagt me.
Kwiek
Goedgemutst loop ik steeds kwieker. Blij met mijn gezonde lijf. Dankbaar tel ik mijn zegeningen. Zingend, neuriënd of gewoonweg stilletjes tevreden ga ik verder op onbekende dreven. De zorgen loop ik uit mijn lijf. Mijn hoofd maakt zich hooguit druk over de aankomst bij de volgende pleisterplaats. Ik ben bewust aanwezig in mijn stap……en in de volgende………, voel mijn voeten op het zand, het herfstblad, het gras en de modder. Al die aardse vloerbedekking; een avontuur op zich.
Vrij in verbinding
Mijn mobieltje blijft zoveel mogelijk uitgeschakeld. Mail op auto-reply en What’s-app en Facebook weleens stiekem bekeken, maar tot de laatste avond niet actief gebruikt. Hoezo stiekem? Mag best! Eenmaal vrijwillig voorgenomen ‘social media’ minimaal te gebruiken kost dat geen enkele moeite. Ook al ben ik nog thuis, ik begin met inkeer en reageer niet meer op berichten. De blik gaat naar binnen.
Wel ben ik heel blij met mijn mobiel als fototoestel, als kompas en om contact op te nemen met het volgende gastadres. En later bleek ik ook nog een stappenteller te hebben, die eigenstandig de tel bij houdt.
Het alleen wandelen confronteert me met mijn – weliswaar tanende- ijver om lof te oogsten en afwijzing te voorkomen. Mijn verstand heeft er weet van dat je niet wijzer wordt van de gehechtheid aan ‘leuk’ en ‘niet leuk’. Toch neemt mijn automatische piloot het geregeld over. Ik ben vrij en onverveerd als ik durf te schrijven alsof niemand het leest, als ik bemin alsof ik nooit ben gekwetst, als ik zing alsof niemand me hoort en als ik ‘facebook’ alsof likes niet bestaan. Wandelen, zelfs als iedereen me ziet, durf ik als de beste.
Ontvangen
Volop genieten van het relaxte gevoel om niet te hoeven haasten, niet te rennen, niet opzij, opzij opzij…… Geen plicht, druk of moeten door anderen – of nog erger – door mezelf opgelegd. In mijn dagelijks leven creëer ik zelf de grootste druk. Daar word ik deze wandeling nog bewuster van. Ook al zijn het activiteiten of contacten waar ik veel plezier aan beleef. Te veel leuk voelt niet meer leuk!
Rijkelijk ontvangen voert nu de boventoon. Ik geniet van het heerlijk weer, de prachtige omgeving en ben heel content in mijn uppie. En ik geniet evenzeer van de contacten met lieve mensen en van alle mooie gesprekken en verwennerij.
Spontaan komt dit wijsje bij me op dat Rudi Carell in 1960 zong op het Songfestival:
‘Wat een geluk dat ik een stukje van de wereld ben
dat ik de wijsjes van de sijsjes en de merels ken
en dat ik mee mag doen met al wat leeft
en mee mag ademen met al wat adem heeft.’