Monica Boschman: Vindersloon en Zolderdagen – dichtbundel en roman
We zijn trots: de voorzitter van onze stichting – Monica Boschman – heeft recent een dichtbundel en roman uitgebracht. We schenken er graag even aandacht aan.
Waterdrager
Dat de helft van een mens uit vocht bestaat
cellen zakjes water zijn. Weet je dat nog?
Is het gek als ik zeg dat ik de visser ben
en de vissenkom. Een waterdrager
met zachte wanden, handen die algen
van glas halen. Met vragen. Waar ben je?
Hoe is het daar en vooral, hoor je mij?
Weerhaken, graten in een keel.
Vissen zinken niet. Ze zwemmen
gewichtloos als watergeesten.
Zo leef jij in elke cel van mij. Daar
probeer ik je te vangen, weer
blijkt mijn net te licht en uit de tijd.
Soms spring je op, een vis uit de kelk.
Ik hoor je stem, jij zwemt al terug
in onze oceaan. Ik laat je gaan.
Monica Boschman
Een recensie door Damiaan, mede coördinator van de Walk of Wisdom.
Vindersloon
Bovenstaand gedicht staat in de bundel “Vindersloon” (2023). Vindersloon is het loon dat je krijgt als je een gevonden voorwerp teruggeeft aan de rechtmatige eigenaar, meestal 10% van de waarde. Het woord kreeg tijdens het lezen van de bundel voor mij echter een andere betekenis.
Een dichtbundel lees ik meestal niet in één stuk, maar laat ik een tijdje naast mijn bed liggen of neem ik mee onderweg. Bij gelegenheid sla ik de bundel dan op een willekeurige bladzijde open. Het ene gedicht raakt me, het andere niet, zo gaat dat bij poëzie. Zelfs bij de grootste dichters heb ik dat ervaren. Voor mij is een dichtbundel dan ook goed als er een paar woorden of beelden in staan die iets met me doen. Een heel gedicht dat me raakt, is de hoofdprijs. Zo’n woord, beeld of gedicht is voor mij “vindersloon”. Vrucht van mijn zoektocht naar betekenis. Tien procent van de inhoud van de bundel is meer dan genoeg…
Deze soort vindersloon heb ik in “Vindersloon” ruimschoots gevonden. Maar bij deze bundel is nog iets anders aan de hand. Zelden pakte ik een dichtbundel die zo gemakkelijk leest, in een haast vanzelfsprekend, pratend ritme, in gewone taal geschreven, terwijl de gedichten zelf zo raadselachtig zijn dat ik aan het eind van het gedicht wil terugkeren naar het begin, omdat ik niet begrepen heb wat ik gelezen heb. Ik roetsj door de gedichten heen ook al snapt mijn verstand niet snapt wat er staat, maar het protesteert niet en ik lees door. Op eens blijft er vervolgens een zin hangen, of een gevoel, zoals bij “Zeepost”:
“Een boot bracht me hier/ met een koffer vol. De paklijst / (ik koos zon, zee, strand) / bepaalde wat ik bij me heb. […]”
De humor en onafhankelijkheid van die paklijst (ik koos zon, zee, strand): heerlijk. Het is taal die in een ander compartiment van mijn brein aankomt dan mijn dagelijkse, analyserende verstand. Taal die nieuwe verbindingen maakt. Taal die een levensgevoel in me wakker roept dat ik bij het slapen meeneem naar de nacht. Ik heb de buit voor deze bundel dan al binnen.
Maar de bundel gaf me meer, ook een heel gedicht dat ik inmiddels al een keer heb voorgedragen bij een van onze vertrekceremonies voor pelgrims. Het is bovenstaand gedicht Waterdrager. Het is van deze bundel mijn favoriete vindersloon. Ik plaats het gewoon nog een keer, omdat het gedicht het verdient om – minstens – twee keer gelezen te worden:
Waterdrager
Dat de helft van een mens uit vocht bestaat
cellen zakjes water zijn. Weet je dat nog?
Is het gek als ik zeg dat ik de visser ben
en de vissenkom. Een waterdrager
met zachte wanden, handen die algen
van glas halen. Met vragen. Waar ben je?
Hoe is het daar en vooral, hoor je mij?
Weerhaken, graten in een keel.
Vissen zinken niet. Ze zwemmen
gewichtloos als watergeesten.
Zo leef jij in elke cel van mij. Daar
probeer ik je te vangen, weer
blijkt mijn net te licht en uit de tijd.
Soms spring je op, een vis uit de kelk.
Ik hoor je stem, jij zwemt al terug
in onze oceaan. Ik laat je gaan.
Zolderdagen
“Mensen nemen zichzelf zo serieus dat ze vergeten dat ze onderdeel zijn van een proces dat leven heet.”
Monica bracht behalve een dichtbundel ook de roman Zolderdagen (2023) uit. Nu ben ik zelf niet zo’n romanlezer, maar ik benader haar boek gewoon zoals ik dat met een dichtbundel doe: ik draag het een tijdje met mee en als het zo uitkomt sla ik het lukraak open. Vaak heb ik ook bij dit boek vindersloon.
“Ze pakt de zwarte en de witte koningin. Met haar ogen dicht en de handen bij elkaar laat ze de twee vrouwen om elkaar heen draaien. Een wals. Ze laat haar handen uiteengaan, met in elke hand een koningin. Ze opent haar rechterhand en kijkt, ik kijk mee. Wit. Ze ruimt alles op, zet de koninginnen en de paarden los op de doos.”
Zolderdagen ontstond in Oost-IJsland, waar Monica als writer in residence verbleef op uitnodiging van de Gunnar Gunnerson stichting. De titel verwijst naar de zolder van de oma van de vrouwelijke hoofdpersoon. Een zolder waar de hoofdpersoon graag door de dakramen naar buiten kijkt om te zien wat er in de lucht gebeurt, zonder dat er grond of bodem bij zit.
Zolderdagen is in dezelfde vanzelfsprekende taal geschreven als Vindersloon: vloeiend en woord-voor-woord duidelijk. Maar als roman toch ook raadselachtig en niet helemaal begrijpelijk. Ik voel er intussen wel een andere benadering van het leven in dan ik dagelijks meemaak. Een benadering waar iets van het wonder waarde heeft dat het leven is. Het leven dat we niet echt snappen al doen we vrijwel dagelijks alsof. Maar waar met wat aandacht en ruimte iets moois uit kan komen, stromen.
In het nawoord geeft Monica iets prijs van hoe dit voor haar werkt als ze uitlegt dat haar roman pas na het schrijven een extra betekenis kreeg: “Taal liep weer eens vooruit op het begrip.” Eerst de woorden, dan de betekenis. Het is wat ze ook in haar werk als schrijfdocent uitdraagt: schrijf maar, laat de woorden komen. Wat het betekent, komt later wel. “Het verhaal kent zijn eigen wetten. Het openbaart zich, door kieren van de tijd.” Zoals haar hoofdpersoon ervaart op de zolderkamer:
“Ik sloop altijd naar de zolder van het grote huis, de andere kinderen speelden in de diepe tuin of op de piano in de kamer. De zolder stond vol verhalen. Ik keek naar de dingen, de rest ging vanzelf.”
Meer over Vindersloon en Zolderdagen
Meer over de dichtbundel Vindersloon van Monica Boschman (2023) of haar roman Zolderdagen (2023) op haar website: link.
Ï