Thomas Hontelez: Wandelen als natuurlijke staat van zijn (interview)
Eind maart liep ik met Thomas Hontelez een stuk van de nieuwe pelgrimsroute Wegen met Zegen. Thomas (1989) was zeven jaar lid van ons bestuur, waarvan de laatste jaren voorzitter. Hij nam afscheid en is met vriendin Marit de Pacific Crest Trail aan het lopen, een 4200 kilometer lange tocht in de V.S. Een afscheidsinterview.
Raadsel
Hoewel ik Thomas al zeven jaar ken en interviewde voor zijn boek Wandelen naar wijsheid, is hij mij altijd een beetje een raadsel gebleven. Ik zoek in mensen meestal naar een samenpakkend verhaal of voortdrijvende emotie en besnuffel ze dan met mijn vragen. Thomas heb ik zelden in zo’n verhaal of emotie kunnen omwikkelen.
Ik weet nog hoe enthousiast ik was toen hij bij ons in het bestuur kwam: een jonge gast die na zijn middelbare schooltijd ging mediteren in Trinidad, daarna Religiewetenschappen studeerde en net terug was van een pelgrimstocht naar Istanbul. Ik zag kracht in zijn ogen. Hier was iemand in contact met zijn lijf, dacht ik, een pelgrim los van de cliché’s van de Camino naar Santiago. Iemand die net als ik op zoek was naar nieuwe vormen van spiritualiteit, voorbij de traditionele verhalen uit Christendom en andere religies.
Maar hoe zeer ik hem ook bevroeg, lange discussies kwamen tussen ons nooit echt van de grond. Zijn antwoorden waren bijna altijd kort, wars van speculatie. Misschien ben ik zelf ook wel een ouwehoer. Hoe dan ook: hij intrigeerde me. Hij intrigeert me nog steeds. Eens kijken of ik hem in dit interview wat dichter kan benaderen…
Je maakt graag lange, meerdaagse tochten. Wat heb jij eigenlijk met lopen?
“Ik heb de laatste tijd veel nagedacht: waarom wil ik dit doen? Veel mensen zeggen dat ons denken en ons inleven in anderen ons tot mens maakt, maar ik denk dat wandelen ons óók tot mens maakt. Als ik wandel en het gaat goed – ik heb geen pijn of ongemakken – dan voelt dat voor mij als een soort natuurlijke staat van zijn. Ik las daar laatst over in Te Voet van Shane O ‘Mara. Hij schrijft over de neurologische kant van het wandelen en hoe rechtop lopen de mens gevormd heeft. Met relatief weinig eten, kunnen wij grote afstanden afleggen. Dat is wel een unieke eigenschap van de mens. Als ik loop, en helemaal als ik lange afstanden loop, kan ik me een beetje identificeren met de oermens die ook dagen, weken, maanden maar rondzwierf en liep.“
Ik krijg dan beelden van stammen uit Afrika, die uitzwierven over alle continenten. Dat hebben ze te voet gedaan natuurlijk. Heb jij bij het lopen het gevoel dat je die oerlijn voortzet?
“Ja nou, dat weet ik niet. Als ik loop, voel ik: dit is waar ons menselijk lichaam voor is gemaakt. Dat heb ik nooit als ik ergens zit. Ons lichaam is om te lopen, niet om te zitten. “
Wat gebeurt er als je in de kadans van het wandelen komt, komen er dan nieuwe gedachten of juist geen?
“Misschien heb ik wel geen gedachten. Juist die eenheid met lichaam en geest is het voor mij. Dat je dan niet bezig bent met dingen die nog gedaan moeten worden, zaken waar je over na moet denken of beslissingen die je moet nemen. Die hele machinerie van werk die eigenlijk net iets te snel gaat voor wat je op een goede manier kunt bijhouden met je gedachten en zijn. Met wandelen heb ik dat niet. Daar gaat alles op het tempo zoals je loopt. Dat is zo lekker, dat je… ja, dat je op die manier door het leven wilt gaan. “
“Rebecca Solnit schrijft daarover in Wanderlust. Onze hersenen, ons denken is eigenlijk voor het tempo van het lopen gemaakt. Als je te voet gaat, kun je alles om je heen registreren en verwerken, terwijl dat met de fiets al moeilijker is en al helemaal met de auto. Dan krijg je niet alles mee en krijg je dus meer informatie te verwerken dan je eigenlijk aankunt. “
Je geeft levensbeschouwing en studeerde vier jaar Religiewetenschappen. Geloof jij?
Lachend: “Mijn leerlingen vragen dat ook vaak, zo van meneer u heeft toch vier jaar gestudeerd, wat gelooft u nou?! Ik denk dat religie voor veel mensen iets is waar je je identiteit aan verbindt en je sociale contacten uit haalt. Ik geloof zelf wel in God, maar ik weet nooit precies wat dan, en hoe? Ik heb het idee dat ik het lastig vind om me daar echt voor open te stellen. Het vraagt wat om jezelf daaraan over te geven, om je vertrouwen erin te leggen. Uiteindelijk kom ik toch bij de definitie van William James. Die schrijft over religie als dat moment, of die band met God die je voelt als je alleen bent, in je eenzaamheid, zonder alle ruis daaromheen van wat religie vaak is aan sociale afspraken en constructen.“
“Geloven is een gevoel dat je niet hoeft en ook niet kunt rationaliseren.”
Thomas: “Hoe is dat voor jou Damiaan?”
Voor mij is alle religieuze taal mensentaal. God is voor mij een ervaringswoord, een klank van ontzag en hoop tegenover de verbijsterende werkelijkheid. Zoals Harry Kuitert schrijft: alle waarheid van boven komt van beneden.
“Dan is God voor jou dus een menselijk construct.”
Ja, maar als ik nadenk over wie de mens is, zak ik door het menselijke heen. We hebben ons zelf niet gemaakt.
“Nee. We hebben ons zelf niet gemaakt. Nou ja, misschien ook wel. Mijn bestaan heb ik dan niet gemaakt, maar hoe ik me daarna vormde wel. Door mijn keuzes heb ik mezelf gemaakt tot wie ik uiteindelijk ben. De talenten die ik daarvoor kreeg, zijn voor mij gewoon natuur. Ik weet niet of dat van iets of iemand moet komen, of dat het gewoon IS. Het lastige vind ik als je erkent dat er nog iets achter zit of daarboven, dan betekent dat ook iets voor hoe je in het leven staat of moet staan. Hoe ga je bepalen wat dat is en in hoeverre kun je je daar op richten? Daar moet je keuzes in maken, maar daar zit de menselijke taal achter. Die is zo divers dat je daar heel veel kanten mee op kan. Welke kant kies je dan en op basis waarvan?”
Vandaar dat je het had over vertrouwen.
“Ja. Uiteindelijk ben ik toch op zoek naar de waarheid. Maar die is voor iedereen anders. Waarom zou die van mij meer waard zijn dan die van een ander? Het is altijd subjectief. Dat kan de waarheid per definitie niet zijn. Dan denk ik vaak ‘wat heeft mijn zoektocht nog voor een waarde?’ als ik nooit ergens op een universele waarheid kan komen. Of moet ik dan in zo’n fisolofische val trappen dat ik zeg: ‘het zoeken is al de moeite waard ook al vind ik het niet?’ Nee, uiteindelijk kom ik weer bij William James: geloven is een gevoel dat je niet hoeft en ook niet kunt rationaliseren. Dat gevoel is denk ik vooral oprecht als je het ervaart terwijl je alleen bent. Daarin zoek je je eigen weg zonder dat anderen daar iets van hoeven vinden of zeggen.“
Wat inspireert jou?
“Mensen die dingen doen die voor onmogelijk werden gehouden. Die groots durven denken, gehoor geven aan hun innerlijk kompas. Ik zag bijvoorbeeld laatst de film “the Alpinist”, een documentaire over een vrijgevochten Canadese bergbeklimmer die helemaal ‘in control ‘ is, één met wat hij doet [DM hij klimt alleen en zonder touw]. Iemand die doet wat ie van binnen uit voelt en er alles voor over heeft om zijn doel te bereiken. Dat inspireert, mensen die in hun diepste innerlijk iets voelen en daar gehoor aan geven.“
Wat is daar zo mooi aan?
“Het lef denk ik, dat je daar voor nodig hebt. Het schuurt aan tegen het verhaal over het geloof. Dat je doet waarin je gelooft en er vertrouwen in hebt dat het dan wel goed komt. Daar moet je soms wel spannende stappen in durven maken.“
Wat bedoel je met dat komt goed, dat ze resultaat boeken?
“Hmm… Die bergbeklimmer is dood. Hij is in een lawine terecht gekomen. Toch dacht ik, maar wat heb je liever: geleefd zoals je hart je ingaf en 25 geworden of 80 en je dagen gesleten in een kantoor waar je niet gelukkig wordt? Ik vind het inspirerend dat mensen dat soort keuzes durven maken en niet bang zijn voor alle dingen waar je dan zorgen over krijgt: of je genoeg geld hebt, te eten, een slaapplek…“
Je bewondert ze eigenlijk niet om het succes, maar om de waarde die ze creëren in hun dagelijkse leven.
“Ja, ik denk wel dat het dat is. Die bergbeklimmer is in zekere zin een held, er is een film over gemaakt, maar er zijn natuurlijk meer van dat soort mensen waarvan je gewoon ziet dat het klopt wat ze doen. Dat inspireert de zoektocht hoe je dat ook kan vinden voor jezelf, want eigenlijk zouden we allemaal zulke keuzes moeten maken. Zo denk ik de laatste tijd veel aan mijn vader. Die was niet gelukkig in zijn werk, is gestopt met werken en iets gaan doen wat hem meer geluk bracht: instrumenten maken. Terwijl hij wel een gezin had. Dat is een mooie keuze, daar heb ik bewondering voor. ”
Zelf ga je nu ook het avontuur in met een tocht van 4200 kilometer.
“Het is natuurlijk wel een uitdaging en Marit heeft haar baan ervoor opgezegd. Maar zelf houd ik het verder veilig, want ik heb mijn baan niet opgezegd, ik ga met verlof. Ik blijf mijn pensioenpremie betalen en het liefst houd ik ons huis aan. Ik weet dus niet of er aan deze tocht zoveel inspiratie zit. Als ik hier voor mijn website voor wil schrijven, merk ik ook dat ik heel erg mijn best moet doen om iets te bedenken. Naar Istanbul liep ik om iets te verwerken. Nu loop ik omdat lopen goed is om te doen. Daarom weet ik nog niet wat er bij deze tocht voor hoger doel of betekenis achter zit. Als dat er al is. Ik denk dat ik dat onderweg moet gaan ontdekken.“
Wordt die ontdekking de betekenis van je tocht?
“Ik was van het weekend in de Eifel en altijd heb ik die interne dialoog van: moet ik dit nu wel doen, waar doe ik het voor? Dat gevecht met mijn eigen geest vind ik interessant. Want je kunt van tevoren grootse ideeën hebben over wat je wil en waarom, maar als je eenmaal aan het lopen bent en iedere stap doet pijn door je knie… Het vraagt om heel goed naar je eigen drijfveren te kijken en je zelf daarin te leren kennen. Het maakt wakker en het geeft nut. Dat je ’s ochtends wakker wordt en denkt: Ja, hier doe ik het voor. Ik heb dat niet vaak dat ik iets heel graag wil bereiken. Het leven kabbelt een beetje voort. Mijn lichaam en geest willen comfort, met iets lekkers op de bank zitten. Maar op een ander niveau verafschuw ik dat en wil ik in contact zijn met de natuur, met mijn lichaam, met mezelf. “
Is je interne dialoog over de jaren veranderd?
“De laatste twee à drie jaar dat ik voor de klas sta, merk ik dat ik weinig tijd heb om die dialoog te ontwikkelen. Ik ben eigenlijk nog steeds bij het thema waar ik in mijn boek over Istanbul ben geëindigd. Dat ging over de vraag hoe je leven te leiden. Voor mij voelt het leven in het lopen zelf zinvol. Maar dan is de vervolgvraag natuurlijk, wat kan ik daarmee? Als ik voor mezelf ontdekt heb dat het lopen zin geeft, wat kan ik daar in mijn dagelijks leven van meenemen? Dat vind ik heel moeilijk, omdat ik allereerst veel last van mijn knieën heb gehad, zo erg dat ik mijzelf heb afgevraagd of ik überhaupt nog zou kunnen lopen. Het was heftig, maar gaat gelukkig dankzij fysiotherapie steeds beter.
Dan wordt de volgende vraag: hoe kan ik aan dat lopen een bestaansrecht ontlenen, zoals een wandelcoach bijvoorbeeld, dat ik daar mijn brood mee verdien? Dat zou voor mij leuk zijn: het is wel mijn passie. Als mijn boeken zo goed verkopen en mijn lezingen zo goed bezocht worden dat ik ervan kan leven… Tegelijk vind ik het lastig om daarop in te zetten en mezelf op die manier in de markt te zetten. Dat voelt te commercieel.”
Verkoop je dan jezelf?
“Het zijn twee verschillende werelden. Ik sta met heel veel plezier voor de klas. Maar het kost me ook veel. Het gaat ten koste van de interne dialoog en mijn ontwikkeling, en eigenlijk ook van de rust die ik in mijn leven zou willen hebben. Aan de andere kant weet ik nog niet goed wat ik te brengen heb. En zou daar behoefte aan zijn? Er zijn al zoveel initiatieven. Ik ben wat dat betreft heel benieuwd wat er onderweg gebeurt. Ik maak nu de keuze om te gaan. Wat zich daar gaat ontvouwen, weet ik niet. Het is leuk om daar open in te gaan. ”
Bedankt voor jouw bijdrage aan de Walk of Wisdom, Thomas. Je drong je zelf nooit op, maar was als voorzitter scherp en duidelijk als het moest. We zullen je constructief kritische, rustige en luisterende betrokkenheid missen. Een mooie reis voor jou en Marit toegewenst!
Meer over Thomas Hontelez
Kijk op de website van Thomas Hontelez of volg hem op zijn instragram. Thomas blijkt al aardig wat inspiratie te hebben tijdens zijn tocht..
Met dank aan Anja Strik en Jacky Versteeg voor de transcriptie.