Lopen brengt me precies waar ik wil zijn (verslag Mirjam de Bont)
Mirjam de Bont liep mee met onze groepspelgrimage afgelopen zomer en schreef onderstaand verslag.
Lopen brengt me precies waar ik wil zijn
Tussen slapen en waken zie ik in de ochtendschemering op de muur van mijn slaapkamer allerlei gele Post-its, best veel. De woorden erop gaan over mijn leven. Er zijn clusters van briefjes en alleengangers. Ze zijn in de tijd geplaatst; de oudste zitten het dichtst bij de plint. Er lopen stippellijntjes en dikke lijnen. Ze geven de relaties tussen de notities aan. De wand is voor driekwart gevuld. Het beeld is glashelder.
Vijf dagen geleden ben ik zestig geworden. Je wordt niet als tabula rasa geboren. Er zijn al zaadjes geplant. Welke ontkiemen? En wanneer is de tijd rijp? Kun je zelf zaaien? Zaden in vruchtbare aarde, gevoed door licht, aandacht en enthousiasme. Wie is de zaaier? Is voor je geboorte alles al gezaaid?
Je levensloop bepaalt:
wat er opkomt
wat er bloeit en afsterft
wat woekert en wat in de schaduw blijft
wat rust in de donkere aarde en niet ontkiemt.
In een veld met wilde bloemen komen het ene jaar minder klaprozen op omdat andere planten de ruimte krijgen. De zaden wachten tot het volgende jaar. Welke zaadjes sluimeren er in de bodem, wachtend op deze nieuwe levensfase? Deze vraag neem ik mee op mijn voettocht.
Ik loop de Walk of Wisdom. Manja Bente gaat met zes pelgrims op pad. Zij voedt ons met rituelen, aandacht voor de elementen en onze horoscopen.
Ik loop de Walk of Wisdom. Manja Bente gaat met zes pelgrims op pad. Zij voedt ons met rituelen, aandacht voor de elementen en onze horoscopen.
De tocht begint bij het beeld van Mariken van Nieumeghen en eindigt acht dagen later bij het beeld van de duivel. “Comt nu tot mi ende help mi beclaghen, God of die dueel, tes mi alleleens.”
Uiteindelijk, na ommegang met de duivel, bekeert Mariken zich tot God en wordt ze non. Vandaag zie ik geen duivels, wel een groep fijne mensen, een afwisselend landschap en een enorme stortbui met donder in de verte. Het is wonderbaarlijk hoe je soms met een paar passen in een andere wereld treedt: van de platte polder in de heuvels, van een donker bos in een woonwijk, van ruime vergezichten naar een omhullend paadje of van een paddenpoel plotsklaps op een asfaltweggetje. Ik voel me bevoorrecht, het belooft een fijn avontuur te worden. Als we lopen, praten we niet.
Ik loop door de groene omgeving, op de verende grond. Adem zuivere lucht in en geniet. Het klimmen, met verhoogde hartslag, brengt rust in mijn hoofd. Alles doet het, mijn zintuigen op scherp. Ik hijg er wel veel bij. Langzaam komt mijn hart tot rust in het glooiende landschap en opent zich. “De Walk of Wisdom heeft liefde nodig,” hoor ik tijdens de maaltijd in het gastverblijf aan de rand van het Reichswald. De laatste kilometers heb ik dat helaas niet kunnen geven.
Het begint te stromen. Mijn lichaam herinnert zich het dagenlang lopen naar Santiago de Compostela en komt op stoom. Lekker hoor! De aanhoudende regen bevordert het naar binnen keren.
Ik loop graag zonder bril, in de wazigheid zie ik andere dingen scherp. De Sint-Jansberg blijkt een magische plek. Ik zie beelden uit lang verloren tijden; Floris en wapengekletter*. Ik schud de beelden af. Ik voel me daarna een met de omgeving en intens tevreden, ga op in het groen. Dit is een zaadje dat in de grond heeft liggen sluimeren en lang ruimte heeft geboden aan andere planten.
In de kloostertuin in Velp lopen we aan het eind van de wandeldag op blote voeten door het natte gras, een stukje in het bos en door plassen.
Het is een dag van tegenstellingen: heftige regen en stralende zon, geen mens te bekennen en terrasjes vol goedgeklede zonaanbidders in Grave, in jezelf gekeerd tussen hagen en blootgesteld aan weer en wind op de dijken, asfalt en zacht gras onder je voeten. De weergoden maken het ons niet makkelijk, denk ik als ik tegen de wind in, over de dijk de regen trotseer. We zijn bikkels, maar zo voel ik me nu niet. Ik wil alleen zijn en mijn eigen plan trekken. De volgende dag sluit ik me weer aan bij de groep.
Hand in hand, zingend lopen we in Nijmegen langs Moenen, de duivel, naar de Stevenskerk. Het is
mirakels. Geïnspireerd vervolg ik mijn pad; kiemkracht.
Mirjam de Bont
*Ik zoek het na thuiskomst op: Floris van Egmont, de Sint- Jansberg was twistgebied tussen Gelre en Kleef in de vijftiende eeuw, in de tijd van Mariken van Nieumeghen.