Het haasje van Ada Dispa
Een van de kunstenaars die miniaturen voor ons hedendaags getijden- en pelgrimsboek ‘Seizoenen van het Leven’ maakt is Ada Dispa (Disparada) geboren in 1960 te Heemskerk. Zij volgde haar opleiding aan de kunstacademies in Kampen en Arnhem.
Disparada tekent associatief en met een glimlach. Een expliciet standpunt neemt zij niet in. Begrippenapparaat en beeldend vermogen van een mens schieten nu eenmaal altijd tekort om de complexe werkelijkheid precies weer te geven. Zij laat slechts een aantal aspecten van een onderwerp zien en de beschouwer moet maar zien waarop hij de nadruk legt. In haar persoonlijke stripachtige tekenstijl schetst zij haar mensbeeld. Een dun laagje beschaving houdt machtswellust, vraatzucht en seksuele uitspattingen in bedwang; slechts één scheurtje en de duivels breken los… Begrippen als goed en kwaad blijken relatief en afhankelijk van de beoordeling van mensen op een bepaalde plaats en op een bepaald moment in de geschiedenis.
Voor ‘Seizoenen van het Leven’ tekende Ada de vier jaargetijden.
Ada zelf aan het woord:
De Lege Ruimte
Door te tekenen bewaak ik mijn Lege Ruimte (vergelijkbaar met wat “het gat in het denken” genoemd wordt). Het is geen aanwijsbare ruimte doch heeft meer weg van een eindeloos rekbaar moment. Ik kan deze ruimte niet bewonen maar wel vrij houden van de ruis van gedachten en emoties. Zo kan het leven zich aan mij voltrekken en aan mijn zenuwen vreten, mij vervullen van vreugde en liefde of pijn en angst en wat dies meer zij, zonder deze ruimte te verstoren. En voor zover deze tekens van leven mijn Lege Ruimte binnendringen, en dat doen ze natuurlijk, worden ze door het tekenen gefilterd, geabstraheerd dan wel bekleed met anekdote.
Kortom; toonbaar gemaakt alvorens ze weer naar buiten worden gestuurd. Ik wil namelijk wel tekeningen afleveren die weerbaar en ‘leesbaar’ zijn. Aan mijn naakte tekens van leven heeft de toeschouwer geen boodschap. En, bovendien, zou daarmee naar buiten komen onverdraaglijk koud en pijnlijk zijn en misschien zelfs gênant en onbetamelijk. Aldus pleeg ik zorgvuldig onderhoud aan wat ik mijn Lege Ruimte noem en schuif mijn toeschouwers de toonbaar gemaakte ruis toe.