Corine de Jong: Oogsten wat is – verslag Walk of Wisdom
Walk of wisdom – oogsten wat is
Tekst en foto’s: Corine de Jong
(pelgrim 13.941) – september 2023
Intentie
Een jaar later dan de bedoeling loop ik dan toch de Walk of Wisdom. Toen ik vorig jaar september mijn studie in Nijmegen afrondde en hoorde over de Walk of Wisdom wilde ik mijn opgedane ‘wijsheid’ al lopend een beetje laten bezinken. Blessures en tekort aan vakantiedagen verhinderde dat toen. Nu loop ik vanuit de wens meer met het ritme van de seizoenen in de natuur te zijn.
In maart kwam ik ook een aankondiging tegen van een natuurretraite in het Franciscanenklooster in Megen, gegeven door Mari Vertegen (Natuurtrainingen). Het blijkt inhoudelijk en logistiek precies in elkaar te passen met mijn intenties voor de pelgrimstocht. Vanuit Ravenstein maak ik een uitstapje uit de route naar Megen voor vier dagen stilte en natuurbeleving als aanvulling en verdieping bij het alleen pelgrimeren, om daarna weer verder te wandelen.
Voorbereiding
Met zo min mogelijk fysieke en mentale ballast wil ik vertrekken; tips over routeplanning lezen in de facebook-groep WoW, tips krijgen over wat wel en niet mee te nemen en alles wegen. Een vriend stuurt me de dag voor vertrek nog een reisengeltje toe. Mag vast mee, want maar 4 gram! En valt het boek over wandelen van Frederic Gros af. Uit mijn portemonnee haal ik overbodige pasjes en visitekaartjes.
De week vooraf neem ik al gas terug in afspraken, zet meldingen op mijn telefoon uit, maak me los van werk en familie. Wat onzeker of het me fysiek zal lukken om zoveel dagen achter elkaar te wandelen (met een staartje corona in het lijf), want ik wil de pelgrimstocht in één keer en alleen lopen. Met mijn pelgrimsveter aan mijn tas met, naast het startringetje een vogelringetje uit de kunstproject met de tekst ‘in pursuit of happiness’ en niet te vergeten de zaailing, ben ik klaar voor vertrek.
De tocht
De vertrekceremonie zet ons, verzamelde pelgrims, met een stille ronde door de kerk, bemoedigende woorden en een mooi citaat (‘je mist meer dan je meemaakt’) op weg. Ik ben geraakt dat deze drie mensen van de WoW hier in alle vroegte op een mistige zaterdagochtend staan om ons een goede tocht te wensen. En zo word ik gedurende de pelgrimstocht meer en meer geraakt door de ervaring in een soort onzichtbaar web van verbinding te lopen.
Gaande de weg spreek ik gastvrouwen die vertellen over ontmoetingen met andere gastvrouwen/mannen, hoe ze met elkaar bordjes ophingen, de route bijhouden en contact hebben met de organisatie over hoe het gaat. Mensen die langs de route wonen en koffie aanbieden en op het goede moment stoeltjes hebben klaar staan. Het klinkt misschien gek, maar bij iedere markering voel ik me een beetje bij de hand genomen, mag ik deel uitmaken van een open gemeenschap van pelgrims die mij voorgingen en mensen die dit allemaal mogelijk maken. Me alleen voelen is onmogelijk.
Het mooie van een rondwandeling is dat de aankomstplek hetzelfde is als de vertreklocatie, dat is dus al gemakkelijk loslaten van ‘het einddoel’. En prachtig hoe de tocht is ingebed in een vertrek – en aankomstritueel en onderweg nog vele andere rituele momenten kent. De route en de natuur tonen zich een milde leermeester, de eerste dagen is het zoeken naar een ritme. Het is de hele week vrij warm, zoek ik nog hoe snel of hoe vaak ik pauzeer en hoe om te gaan met fysieke ongemakken. Kom ik er ook achter dat ik in het eerste deel geen rekening heb gehouden met hoogteverschillen en te lopen kilometers. En uit bezorgdheid of ik het red die tweede dag, uitgeput en veel te snel mijn tweede dagetappe loop. En zo leer ik vertragen en verstillen in het lopen en in mijn hoofd. Hoor ik een vriend in mijn hoofd zeggen; “it’s the road, not the pub, dear!”
Oefening in pelgrim zijn
Het neemt even tijd om vanuit alle praktische voorbereidingen te schakelen naar het wandelen, een andere mindset. Om bij de weg te zijn waar ik loop, bij het prachtige en afwisselende landschap waar de route me doorheen neemt, niet bij de bestemming van de dag. Het gedicht ‘Laat’ van Leonard Nolens schiet me op dag 1 te binnen en houdt me de rest van de tocht bij de les;
Laat
Vertraag.
Vertraag.
Vertraag je stap.
Stap trager dan je hartslag vraagt.
Verlangzaam.
Verlangzaam.
Verlangzaam je verlangen.
En verdwijn met mate.
Neem niet je tijd
En laat de tijd je nemen –
Laat.
‘Verlangzaam je verlangen’, dat is voor mij; zien hoe snel ik bezig ben met ergens willen aankomen en met vooruitplannen (soms wel belangrijk ivm water en lunch). Een buurtbewoner in Bergharen vraagt me waar ik heenga. ‘Naar Winssen’, zeg ik. ‘Je gaat nu anders naar Afferden’, wijzend naar de richting waarin ik loop. Wijze man, herinnert me eraan om te zijn waar ik ben. Hij noemt zich een geluksvogel, omdat hij later die dag met twee dames accordeon mag spelen om te oefenen voor hun optredens in verpleeghuizen. En ik ben een geluksvogel dat ik hier loop en hij me op het pad houdt.
Als het een beetje lukt met vertragen en verlangzamen, voel ik me ongekend vrij. Onderweg sta ik regelmatig zomaar even stil. In de Ooijpolder word ik overspoeld door een gevoel van blijdschap. Hier ben ik; er is niemand, er is stilte, ruimte en tijdloosheid. Wie ben ik dat ik hier zomaar sta? Met kletsnatte voeten, dat wel. Het geeft een gevoel van vrijheid om me op eigen kracht stapvoets voort te bewegen, te kunnen genieten van het gevarieerde landschap met niets anders bij me dan een rugzak. Het is ook luxe te weten dat ik elke avond ergens verwacht wordt, waar soms heerlijk voor me gekookt wordt, waar ik tweemaal zomaar de sleutel op een afgesproken plekje kan pakken omdat de gastgezinnen niet thuis zijn, waar ik na een mooi gesprek en overvloedig ontbijt de volgende dag weer verder kan.
Ook ervaar ik mentale vrijheid, voel me los van thuis. Er spelen verdrietige dingen met dierbare familieleden waar ik me al lange tijd machteloos in voel. Van bepaalde cliënten op mijn werk heb ik afscheid genomen, ze zullen overleden zijn als ik terug ben. Deze mensen zijn nabij in de kapelletjes waar ik een kaarsje opsteek met de intentie dat het goed met ze mag gaan. Dat zijn momenten van reflectie over wat het betekent om verbonden te zijn. Hier te lopen en het zo goed te hebben, wetend dat er bij anderen (en op veel plekken in de wereld) zoveel lijden is. Wie ben ik dat ik hier mag zijn? Een vraag die met me mee loopt.
En dan het verdwijnen, ‘verdwijn met mate’. Ik vat het op als minder ik-gericht aanwezig zijn in het landschap. Zien wat er is, horen wat er is, voelen wat er is, en daar niets aan toevoegen of aan willen veranderen. Ik kijk graag naar kunst en merk dat ik overal schilderijen herken. Tijdloze beelden van waterdrinkende koeien aan de oever van de rivier, weilanden met kerkjes in de verte, bomenrijen langs de weg, lang geleden ook gezien door schilders als Ruisdael, Maris of Van Gogh. Enerzijds is dat genieten, ook in hun voetsporen tredend loop ik door het landschap. Vraag me af hoe ik dat blauw zou mengen voor de betrokken lucht op de laatste dag, met ultramarijn of toch ceruleumblauw? Anderzijds vraag ik me af, zie ik werkelijk wat er nu is?
In de natuurretraite in het klooster oefenen we (een klein groepje van zeven deelnemers) met Mari om met aandacht aanwezig te zijn in de natuur; te luisteren, te zien, te voelen en meer niet. Instemmen (naar René Gude) noemt hij het. Los van alle –ismen oefenen in aandacht en openheid. Een open ontvankelijke houding aannemen, het opgeven van verzet tegen wat er toch al is. Samen lopen we in stilte in de uiterwaard bij Megen vroeg in de ochtend en ‘s avonds, soms verlangend naar stilte door ‘verstoringen’ die we ervaren. Want er zijn speedboten op de Maas met feestvierende mensen en harde muziek, er is veel verkeer op de dijk, het is open monumentendag ookin de kloostertuin. De open ontvankelijke houding die we oefenen vraagt om het verhaal over dingen los te laten, namelijk ‘bij een stiltewandeling in de natuur is het sereen en stil’ of ‘in een kloostertuin is het rustig’.
Dat is wat ik verlang, niet wat er is. Door het instemmen worden geluiden die niet in het plaatje passen onderdeel van de ervaring, zonder dat ik er iets aan hoef te veranderen (als dat al zou kunnen). We schrijven haiku’s en lezen deze zaterdagavond in de kloostertuin aan elkaar voor, tekstjes met humor, lichtheid en aandacht. Ik geniet van de verbondenheid die het me geeft, dit te delen en in stilte zijn met elkaar. Het gevoel van vrijheid verdiept zich met deze oefeningen in en met de natuur en door de rustige integere begeleiding van Mari.
Ook raakt het me om vier dagen in het klooster te zijn bij vier zeer toegankelijke en humorvolle broeders met wie we samen eten, afwassen, gebeden meemaken en die hun traditie levend houden. Zonder verhevenheid en in alle eenvoud leven zij voor wat ik aan het leren ben in het pelgrimeren en mijn eigen leven. Een zekere ontheemdheid voel ik na het weekend als ik mijn weg alleen vervolg. De retraite heeft ongemerkt meer herinneringen opgeroepen aan mijn tijd binnen een –isme dan ik besefte. Een reiger die plotseling voor me in het weiland neerstrijkt brengt me weer terug bij waar ik ben, op weg naar Hernen. En wandel ik weer verder op mijn pelgrimstocht.
Oogsten
Onderweg zijn met veel meidoornbessen, rozenbottels, appels, peren, hopbellen, ganzentrek, laatste zwaluwen, een biddende torenvalk, prachtige doorkijkjes in straten en bos, vergezichten, bos na bos, kapelletjes, verwondering, thuisgevoel, stilte, lieve gastvrouw, vermoeidheid, herinneringen, blijdschap, dankbaarheid, fysieke pijn, rituelen, genieten, verdriet, heel veel zon, twintig minuten regen en door alles heen het goed hebben met mezelf.
Bij aankomst in de Stevenskerk is het of er een eeuwigheid verstreken is en tegelijk lijkt het slechts een uur geleden dat ik hier voor de vertrekceremonie binnenliep.
Corine de Jong
September 2023