Pelgrimsgeluk – door Francine Postma

,

Mijn zesde wandeldag is grauw begonnen. Er staat een kille wind en het miezert. In mijn
regenpak loop ik, met ritselende broekspijpen, over modderige paden, door bossen en
velden. Ik passeer boerderijen, molens, landhuizen en zelfs een kasteel. Plichtmatig maak ik
af en toe een foto, maar eigenlijk kan ik maar aan één ding denken: aan koffie. Een grote,
warme kop koffie. Met geklopte melk. Of gewone koffie met melkpoeder. Desnoods een
zakje oploskoffie. Als er maar caffeïne in zit. Ik wist niet dat ik zo verslaafd was…

Af en toe kom ik door een dorpje en dan kijk ik reikhalzend uit naar een uitspanning, maar
de paar keer dat ik een café passeer blijkt het gesloten.

Op een straathoek staan twee vrouwen te praten, een met een bladblazer en een met een
grote groene gieter. Ik loop op ze af en vraag: ‘Weten jullie misschien of ik hier ergens koffie
kan drinken?’

‘Goh, nee’, zegt de oudste van de twee. ‘Hier in de buurt is niks’.
De jongste, met de bladblazer, kijkt me aan. Ze heeft vriendelijke lichtblauwe ogen onder
een vrolijke gehaakte muts.

Ik wil wel een kop koffie voor je zetten’, zegt ze na een korte stilte.
‘Echt?’ zeg ik verrast. Dat had ik niet verwacht.
Ja hoor’, zegt ze. ‘Loop maar met me mee’ en ze zet koers naar een wit huis.
‘Woon jij daar?’ vraag ik
‘Nee, ik help degene die daar woont’, zegt ze. ‘Maar die vindt het vast wel goed als ik koffie
voor je maak. Ik heb zelf eigenlijk ook wel zin in koffie’.

Ze opent de schuttingdeur en ik aai de lichtbruine hond die aan komt schuifelen door de
tuin.

In de keuken zit een dame aan tafel, met sneeuwwit haar en een gezellig bruin vest. ‘Deze
wandelaar heeft zin in koffie’,
zegt de vrouw met de muts. ‘Is het goed dat ik die even voor
haar maak?’

‘Natuurlijk!’ zegt de dame. ‘Wees welkom en ga zitten’. Ze wijst naar een stoel aan de
keukentafel.
Uit de achterkamer klinkt het geluid van een stofzuiger. ‘Dat is Annie, de hulp’, zegt de oude
dame. ‘Ik ben Let en dat is mijn dochter Femke.’

Femke maakt koffie en ondertussen stelt Let vragen. Hoe ik heet, waar ik vandaan kom,
waarom ik deze wandeling maak, waarom nu, in dit jaargetijde, waarom ik alleen loop en
hoe dat is. Ik geef antwoord. Dan zeg ik: ‘Mag ik jullie ook wat vragen? Ik zou graag willen
weten wat iemand wijs maakt, in jullie ogen.’

‘Wat een leuke vraag’, zegt Let, met schitterende ogen. ‘Ik moet meteen denken aan een radio-interview dat ik laatst hoorde met Joris Luijendijk, over zijn boek ‘de zeven vinkjes’ en de nare reacties die hij daarop kreeg.
Terwijl hij er alleen maar voor pleit dat je je als mens open moet stellen voor anderen. Voor
andere culturen, maar ook voor de ander in je omgeving, en wat die allemaal heeft
meegemaakt. Door vragen te stellen, zoals jij nu ook doet. Dus dat is mijn antwoord: een
wijs mens stelt zich open voor anderen, treedt buiten de begaande paden en is niet bang
voor het onbekende.

Annie komt de keuken in – klein, tanig en sterk, rode bril, kort bruin haar -, gewapend met
een emmer en een dweil. ‘Precies op tijd’, zegt Let. ‘Annie, wat maakt iemand volgens jou
een wijs mens?’
Annie lacht verlegen. Behoedzaam zet ze de emmer op de grond en zegt:
‘Tja, wat zal ik zeggen? Mensen hebben van tevoren altijd zo’n heel idee van hun leven. Ze
stellen zich van alles voor. Maar in werkelijkheid loopt het toch totaal anders. En het is maar
goed, dat je niet alles van tevoren weet’. ‘Je moet weten dat Annies dochter afgelopen jaar
is overleden’,
zegt Let.

Er valt een stilte. Ik zoek naar woorden, stamel dat ik het heel erg voor haar vind. Annie knikt
me toe. Dan zegt ze: ‘Ze zeggen altijd dat dat het ergste is wat je kan overkomen, de dood
van je kind. Ik weet nu, dat dat klopt. Niets kan je meer schelen, als er zoiets gebeurt. En dan
hoor je dat mensen zich druk maken over hun energiekosten. Wat maakt mij het uit hoeveel
ik betaal. Daar drááit het toch niet om?’

‘Waar draait het dan wel om?’ vraag ik. ‘Om echte aandacht’, zeg ze, na even nadenken.
‘Echte gespreken, van mens tot mens. Niet over koetjes en kalfjes. Dan ben ik liever alleen.’
‘Over wijsheid gesproken’,
zegt Let. ‘En dat valt hier zomaar, plop, uit de lucht.’
Maar nu wil ik dweilen’, zegt Annie.

Francine Postma

Ik liep de Walk of Wisdom in januari 2023, in zeven aaneengesloten dagen, als cadeau aan mezelf voor mijn vijftigste verjaardag. Van tevoren had ik niks gepland. Ik belde elke dag
met een overnachtingsadres op de lijst van het pelgrimsbureau. Zo daagde ik mezelf uit
om open te staan voor het spontane en te vertrouwen op de goede afloop. Deze manier
van reizen is me erg goed bevallen. Francine Postma

Meer over Francine Postma

Meer over Francine Postma, waaronder haar boek over het Sint Olavspad: website.

Andere verhalen van pelgrims

Lees ook andere verslagen van pelgrims (hier) of stuur er één via [email protected]. We vinden elke bijdrage leuk in welke vorm dan ook.