Het verhaal van de vertrekceremonie (13): “Andermans ogen”

over de afstand tussen toen en nu

GKF_the_cloud_aangepast.jpg
De Cloud door Gea Karhof, een miniatuur in ons eerste pelgrimsgetijdenboek Seizoenen van het Leven

“Een van de meest fundamentele – en misschien ook wel een van de meest frustrerende – beperkingen van de mens is dat hij gevangen zit in zijn eigen hoofd. We bekijken de wereld dooronze eigen ogen, vanuit ons eigen, persoonlijk perspectief. We kunnen niet anders. Zelfs als we ons in andere omstandigheden begeven – een andere partner, ander werk, emigreren desnoods – nemen we ons hoogst individuele perspectief op de wereld mee. De wereld zien vanuit andermans ogen, dat is nu eenmaal onmogelijk.

We zitten niet alleen gevangen in ons eigen hoofd, maar ook in onze eigen tijd. In de toekomst kijken kan niemand. Het verleden lijkt een stuk gemakkelijker toegankelijk. Maar is dat ook zo? Hoe groot is eigenlijk de afstand tussen toen en nu?

Er zijn twee valkuilen. Enerzijds de onvermijdelijke neiging onze eigen emoties en drijfveren te projecteren op anderen, ook als dat mensen zijn uit andere tijden. Dat kan tot grove vertekening leiden. We kunnen onze hedendaagse manier van denken en doen niet zomaar toeschrijven aan mensen die vijftig of vijfhonderd jaar geleden leefden. ‘Het verleden is een vreemd land. Ze doen de dingen daar anders’, schreef de Brit L.P. Hartley.

Toch zou het evenmin juist zijn om uitsluitend naar het verleden te kijken door een verrekijker. Want zó anders waren mensen vroeger ook weer niet. Eén van de oudst bekende regels uit de Nederlandsetaal luidt: Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?, oftewel: Alle vogels zijn al aan het nestelen, behalve jij en ik; waar wachten we nog op? Een verzuchting dievandaag de dag nog net zo navoelbaar is als op het moment dat hij werd geschreven, zo’n duizend jaar geleden.

Mensen uit het verleden zijn mensen als wij; denkend en handelend op een manier die past binnen de context van hun eigen bestaan. Maar die context was vijftig of vijfhonderd jaar geleden welanders dan de onze. Historici trachten de omstandigheden uit het verleden in al hun complexiteit in kaart te brengen en te doorgronden. En proberen zo – door de barrière van de tijd heen – zicht te krijgen op de drijfveren, keuzes en emoties van mensen die toen leefden. Soms, met een combinatie van noeste arbeid en geluk, lijkt er even een directe verbinding mogelijk. Een document, een voorwerp, een klank brengt ons dan plotseling bijna fysiek in contact met het verleden; de barrière tussen toen en nu schijnt even opgeheven.

Een historische sensatie, noemde de geschiedkundige Johan Huizinga dat. Maar zo’n sensatie is zeldzaam. Hoe goed we ook de bronnen bestuderen en hoe nauwkeurig we alle puzzelstukjes met elkaar in verband brengen, doorgaans komen we niet veel verder dan een altijd incomplete reconstructie van andermans verhaal. Want uiteindelijk blijft het verleden van ons gescheiden door een onoverbrugbare tijdkloof. We kunnen er alleen naar kijken door onze eigen ogen, vanuit ons eigen perspectief, met onze eigen vragen in het achterhoofd.

Zo blijft elk historisch verhaal toch ook weer een verhaal over onszelf, verteld vanuit onze eigen tijd. En dat is precies de reden waarom de geschiedenis steeds opnieuw geschreven moet worden.”

Dolly Verhoeven in ons eerste pelgrimsgetijdenboek Seizoenen van het Leven.
Deze tekst werd voorgelezen door Jeroen van Zuylen tijdens onze maandelijkse vertrekceremonie bij zonsopgang de pelgrimslauden.
Dolly Verhoeven is emeritus hoogleraar Nijmeegse geschiedenis en de eerste hoogleraar Gelderse geschiedenis (RUN).

Afbeelding: ‘The Cloud’. Het is een handgekleurde ets met bladgoud van Gea Karhof, een van de miniaturen in Seizoenen van het Leven.

The Cloud, Gea Karhof
De ‘cloud’ – Gea Karhof, miniatuur uit het hedendaagse getijden- en pelgrimsboek Seizoenen van het Leven