Verslag van een oefenloper

ThomasHontelez500WalkofWisdom.jpg

ThomasHontelez500WalkofWisdom.jpg

Het was feest in de natuur. Toen ik vanaf de Stevenskerk richting de Ooypoort liep deed de zon al een dappere poging mijn gezicht te verwarmen. Voor ik de brug over ging keek ik even naar rechts, naar mijn huis, Zo dichtbij, en toch zo ver weg, dacht ik clichématig. In de Ooijpolder liepen kalfjes en veulens met hun haar onder de klitten van modder en zaden schichtig voor me weg, snel naar hun moeders. De jaarlingen hadden wat meer lef en liepen stiekem achter me aan. Niet te opvallend, en zeker niet te dichtbij, maar af en toe flink springend en bokkend volgenden ze deze vreemde figuur met lange wandelstok en grote rugzak met veel interesse. Bij de bloemen en planten leek het juist omgekeerd. De jonge planten en bloemen stonden al vol in het blad te genieten van de lentezon, terwijl de grote, oude bomen nog wat terughoudend waren in het tonen van hun schoonheid. Alsof hun jarenlange ervaring ze vertelde dat het eigenlijk nog niet helemaal het juiste moment was.

Ook ik voelde me opperbest. Ik was blij dat ik deelgenoot van dit alles mocht zijn en verkneukelde me op de gedachte dat ik vier dagen lang lekker buiten kon zijn. Ik keek langs de oever van de Waal waar twee mannen tussen de koeien zaten te vissen terwijl een vrachtschip met ronkende motor tegen de stroming in richting Duitsland ploeterde. Dat beeld bracht me in gedachten terug naar eerdere wandelingen langs andere rivieren. Toen liep ik over onbekend terrein naar een bestemming aan de andere kant van het continent, Istanbul. Nu was ik op bekend terrein onderweg naar de plek waar ik nog geen half uur geleden vertrokken was. Duidelijk een geval van ‘de reis is belangrijker dan de bestemming’. En die woorden zou ik de komende vier dagen nog regelmatig als een soort mantra voor mezelf herhalen.

Vooral wanneer mensen me vroegen waar ik vandaan kwam. ‘’Uit Nijmegen’’ zei ik dan. ‘’Oh, dat is vlakbij’’ was steevast het antwoord. Dat was natuurlijk ook zo. Regelmatig zou ik tijdens de rondwandeling de witte pluim van de energiecentrale aan de horizon ontwaren en me realiseren dat als ik er recht op af zou lopen, ik misschien maar vier uur nodig zou hebben. Met de fiets of de auto zou ik er al helemaal snel zijn. Maar deze mensen wisten niet dat ik, toen ze het me vroegen, al twee dagen aan het lopen was en inmiddels 70 kilometer in de benen had. De andere kant op was het precies zo. ‘’Waar ga je heen?’’ vroegen sommigen. ‘’Naar Nijmegen’’ antwoordde ik dan. ‘’Nou, daar ben je zo!’’ zeiden ze me dan, niet wetende dat ik nog ruim 50 kilometer voor de boeg had. Dat krijg je, als je een rondje loopt. De reis is belangrijker dan de bestemming, hield ik mezelf dan voor.

Het zou ook niet moeten uitmaken of mensen denken dat ik er al bijna ben. Ik loop toch voor mezelf? Waarom wil ik ze dan toch steeds duidelijk maken dat ik een lange route loop, ik een zware rugzak op heb en het dus een behoorlijke prestatie is die ik aan het leveren ben? 135 kilometer in vier dagen. Waarom blijft dat zo belangrijk voor me? Natuurlijk weet ik het antwoord. Maar daaraan toegeven is niet gemakkelijk, daar heb ik wat tijd voor nodig. Erkenning, geef ik uiteindelijk toe, dat is wat ik wil. Laten zien dat ik iets kan wat anderen niet kunnen. Ik wil dat anderen ontzag hebben voor wat ik doe. Niet dat dat de belangrijkste reden is om te lopen, maar ergens in mij speelt die gedachte wel mee. Ik schrijf op mijn weblog, laat regelmatig zien hoe veel procent ik al afgelegd heb en zet af en toe een foto op Facebook over hoe mooi het wel niet is waar ik loop. Enerzijds natuurlijk om mensen aan te sporen hetzelfde te doen en deze prachtige route te lopen. Maar anderzijds ook om ‘likes’ te verzamelen, om mijn ego een beetje op te poetsen.

b2ap3_thumbnail_WalkofWisdomThomasHontelez500px.jpgNa twee dagen realiseer ik me dat deze tocht me kan leren eerlijk tegenover mezelf te zijn, me kwetsbaar op te stellen door deze drang in me te herkennen en hem om te vormen. Hoe vaak proberen we ons niet te onderscheiden? Als je een poosje naar een baan gezocht hebt, weet je wat ik bedoel. Altijd zijn we aan het uitleggen waarom wij uniek zijn ten opzichte van anderen. En daarin zijn we echt niet altijd eerlijk. Laat deze pelgrimstocht nu een oefening zijn in loslaten. Laat mij me realiseren dat ik een kwetsbaar mens op zoek naar erkenning ben. Daarin ga ik soms voorbij aan wie ik werkelijk ben en juist door me te willen onderscheiden, onderscheid ik me niet. De angst niet goed genoeg te zijn zit diep en de geest vindt steeds andere excuses om toch trots te kunnen zijn. Daarmee ga ik voorbij aan wie ik in wezen ben, in al mijn kwetsbaarheid. Het gaat er niet om wat ik kan, het gaat erom wie ik ben en hoe ik de dingen doe.

Na deze realisatie loop ik anders, lichter, vrijer. Het is nog steeds een pittige onderneming, en ik ben nog steeds vastbesloten de tocht binnen vier dagen te voltooien. Want was is er mis met een uitdaging op zijn tijd? Maar ik doe het nu vooral omdat het zo mooi is. Omdat ik ervan geniet door de regen te lopen, onder een kar vol met hout te schuilen en vervolgens bij de ondergaande zon in mijn dagboek te schrijven. De reis is belangrijker dan de bestemming.

De dichtheid en geborgenheid van de bossen tijdens de eerste twee dagen van de route dwongen me in mezelf te keren. De uitgestrektheid van het landschap langs de Maas en Waal gaf me de mogelijkheid mijn geest de vrije loop te laten en hem lekker met de wind mee te laten waaien. Zo moest wandelen zijn. Fysiek mag het zwaar zijn, zolang de geest opgewekt is kan de ziel weinig overkomen.

De reis is belangrijker dan de bestemming. Hoe vaak heb je dat al gehoord? Natuurlijk is het ook een uitspraak die als een metafoor voor het leven gezien kan worden. Je kunt die woorden zo vaak lezen als je wilt, het is de ervaring die pas echt tot je doordringt. En daarvoor moet je misschien wel lopen.

b2ap3_thumbnail_DSCI0007.jpg